VANDAAG, LIEVE MENSEN, ZOU OMA JARIG ZIJN GEWEEST, DAN ZOU ZE 100 GEWORDEN ZIJN. OMA LIES, HAAR TWEELINGZUS OOK. IK HEB OMA NIET GEKEND, MAAR SJOKKIE WEL. OMA LIES HEB IK WEL GEKEND. HAAR HEBBEN WE VAN DE ZOMER MOETEN WEGBRENGEN. UIT DE VERHALEN VAN VROUWTJE, WAS OMA EEN GOEDE MOEDER, BEGREEP IK.
HET WAS TOCH EEN MOOIE DAG MET VEEL ZON EN WE ZIJN FIJN VEEL BUITEN GEWEEST. VROUWTJE IS MET ZULKE DAGEN HET LIEFST ALLEEN (MET MIJ, IK BEN EEN DEEL VAN HAAR) MET HAAR GEDACHTEN. EERST HEBBEN WE OP DE LINGEWEG GELOPEN, DAARNA MET DE BAL GESPEELD. DAARNA BOODSCHAPJES GEDAAN EN KWAMEN WE IEMAND TEGEN, DUS IK WACHTTE NETJES NAAST VROUWTJE TOT ZE KLAAR WAS. DAARNA KREEG IK ETEN. VANMORGEN ZIJN WE NAAR DE GROTE BOOGERD GEWEEST EN IK HEB GOED OP VROUWTJE GEPAST. NATUURLIJK HEB IK GOED GEWERKT EN VANMIDDAG ZIJN WE NAAR HET FLAPPENPAD GEWEEST EN ALS TOETJE NAAR HET KRISPAD BIJ DE WINKEL. VROUWTJE WILDE EEN LEKKER VISJE MEENEMEN VAN DE VISBOER, MAAR PECH, ZE HAD GEEN GELD BIJ ZICH EN HOEWEL IK LIEF NAAR DE VISBOER KEEK, GINGEN DE HARINGEN NETJES TERUG OP DE SCHAAL, WANT VOOR NIETS GAAT DE ZON OP. VROUWTJE IS EEN BEETJE VERSTROOID VANDAAG, GELOOF IK, MAAR DAT VIND IK NIET ERG HOOR. IK LEG MIJN KOP OP HAAR SCHOOT EN DE NATTE PLEK DIE IK OP HAAR BROEK ACHTERLAAT ZIJ ME VERGEVEN. "VROUWTJE HEEFT EEN WASMACHINE", ZEGT ZE ALTIJD. WE HEBBEN HET FIJN GETROFFEN, WANT ONDANKS DE WIND, WAS HET IN HET ZONNETJE ERG LEKKER EN NU IS HET HELEMAAL GRIJS AAN HET WORDEN. IK HOOP DAT HET VANAVOND WEL EVEN DROOG BLIJFT VOOR HET GAAT REGENEN. ANDERS HEB IK GEEN ZIN IN EEN UITJE VOOR DE NACHT.
VROUWTJE KOMT ER NIET UIT WAT ZE NA HYVES MOET KIEZEN, HET MAKKELIJKST IS HET CONTACT VIA DE MAIL EN HET MINST VERMOEIEND VOOR HAAR OGEN. MAAR WE HEBBEN NOG TIJD OM DE ANDERE SITES TE BEKIJKEN EN TE KIEZEN, DAT HOEFT NIET VANDAAG. VROUWTJE IS MOE EN BLIJFT OP TOT IK M'N NACHTPLASJE HEB GEDAAN, DAN LEKKER NAAR BED EN IK IN MIJN MAND. WE ZIJN ALLANG BLIJ DAT HET NIET DE HELE DAG REGENDE..
