LIEF

 VANDAAG GAAT HET WEER EEN BEETJE BETER MET ME.
IK HAD ZO'N LAST VAN M'N OORTJES EN VROUWTJE HAD ER SPUL INGEDAAN WAARDOOR HET VERZACHT.  MET WERKEN BEN IK WAT LANGZAAM, WANT HET LIEFST LIG IK LEKKER IN MIJN MAND. MAAR IK HEB TÓCH MET EEN HONDJE UIT DE STRAAT GESPEELD, EEN HERDERSHOND DIE TOEVALLIG OOK KRIS HEET. DAT WAS WEL GEZELLIG EN IK ZETTE HEM MOOI OP ZIJN PLAATS, WANT HIJ WERD TE OPDRINGERIG EN WILDE MIJ DE BAAS ZIJN. DAN MOET JE VROEGER OPSTAAN EN IK HOU ER OOK NIET VAN DAT HIJ BIJ VROUWTJE IN HAAR KRUIS DUIKT. DAN STA IK MIJN MANNETJE WEL HOOR, VROUWTJE NOEMT ME NIET VOOR NIETS "SPIERBUNDELTJE". DE POST BRACHT EEN LIEVE KAART VAN GAIA EN MILA, DANK JULLIE WEL LIEVE VRIENDJES. ER STOND VOOROP DE KAART : "LENTEGROETJES VOOR ONS LIEVE VRIENDJE KRIS", NOU VINDEN JULLIE DAT NIET LEUK?! DAT KON IK VANDAAG WEL GEBRUIKEN. IK VOEL ME GELIJK AL EEN STUK BETER.

HIER KREEG IK MIJN SNOEPBAL NA DE BOODSCHAPJES. IK VIND DAT HELEMAAL LEUK EN ALS IK HEM ZIE LIGGEN BIJ DE SPEELTJES, DAN GEEF IK DIE AAN VROUWTJE, ZODAT ZIJ DIE KAN VULLEN. DAN ZEGT VROUWTJE  ALS IK HEM AL HAD GEHAD: "WE BLIJVEN NIET AAN DE GANG". VROUWTJE WIL OOK WEL EENS EEN BROKJE VERSTOPPEN, WANT WE ZIJN NU MINDER BUITEN IN VERBAND MET MIJN OORTJE EN OOK OMDAT HET ZO KOUD IS. ZONDAG GAAN WE MET DE TREIN ALS IK TENMINSTE NERGENS LAST MEER VAN HEB EN DUS DOEN WE MAAR EEN BEETJE RUSTIG AAN MET DIE SNERPENDE WIND. WE HEBBEN OOK EVEN MET DE BAL GESPEELD EN NU LIG IK LEKKER EEN SLAAPJE TE DOEN. VROUWTJE EN IK HEBBEN DE DOPPEN NOG NIET WEGGEBRACHT, DAAR WAS DE WIND TE HARD VOOR EN VROUWTJE HEEFT OOK HOOFDPIJN.  OMDAT ZE VEEL VAN FLAP DROOMT, SLAAPT ZE SLECHT, MAAR ZAL WEL WEER GOED KOMEN, ZEGT VROUWTJE. WE ZIJN DEZE WEEK AL VEEL OP SJOUW GEWEEST, WANT THUIS GAAN WE NIET KNIEZEN. GELUKKIG KOMT HET LENTEWEER ER AAN EN KUNNEN WE MEER NAAR BUITEN. HOPENLIJK IS HET, OP DE VERJAARDAG VAN DE KONING ,EEN BEETJE DROOG, ZOU ANDERS ERG SNEU ZIJN VOOR DE MENSEN DIE VEEL GEORGANISEERD HEBBEN. WE WENSEN JULLIE ALLEMAAL EEN FIJNE DAG TOE.