DE KLOS

VANDAAG BEN IK ZWAAR DE KLOS. VANMORGEN KREEG IK GEEN ETEN, DAAR BEGON HET AL MEE. VROUWTJE HEEFT ME UITGELEGD WAAROM DAT IS. ZE WIL NIET DAT IK MISSELIJK WORDT NA DE DIEPE SLAAP. TOEN WE NAAR DE DIERENARTS GINGEN, WILDE IK EEN ANDERE KANT OP, MAAR NEE, DAT KREEG IK NIET VOOR ELKAAR. BIJ DE LINGEWEG WILDE IK NAAR HET SJOKKIEPARK GAAN, MAAR NEE, VROUWTJE WILDE EERST NAAR DE DOKTER. DAT DOEN WE ANDERS OOK, EERST DE WEEGSCHAAL EN DAN HET SJOKKIEPARK. DAAR AANGEKOMEN KWAM DE DOKTER ME AL SNEL HALEN EN  BEKEEK EERST MIJN OORTJES, DIE GINGEN DE GOEDE KANT OP. VROUWTJE MOET ZE DAN NOG MET OROCLEAN DOEN. MIJN TANDJES ZAGEN ER GOED UIT, ANDERS HAD DE DOKTER OOK MIJN TANDEN SCHOONGEMAAKT, MAAR OMDAT VROUWTJE ALTIJD MIJN TANDEN POETST, HOEFDE HET NIET.  MAAR TOEN KREEG IK EEN PRIKJE IN M'N KONTJE. DAT WAS VOOR
DE PIJNSTILLER. DE DOKTER SCHOOR EEN STUKJE POOT

KAAL.DAARIN KREEG IK EEN INFUUS, EN OOK DAARDOOR KREEG IK EEN SPUITJE, DAT VOND IK NIET LEUK, MAAR VROUWTJE WAS BIJ ME EN DAT SCHEELT, WANT DAN WORD IK RUSTIG. DE DOKTER VROEG OF IK AL BLOEMETJES ZAG EN VAN LIEVERLEE VOELDE IK ME MOE WORDEN. VROUWTJE WAS DICHT BIJ ME EN IK GAF ME OVER AAN DE SLAAP. IK KREEG NIET MEER MEE DAT IK OP EEN BRANCARD WERD GELEGD EN WEGGEREDEN. VROUWTJE MOCHT HELAAS NIET MET ME MEE. DIE MOEST ALLEEN NAAR HUIS EN ZO WERDEN WE VOOR EVEN GESCHEIDEN EN DAT VIEL VOOR VROUWTJE NIET MEE, MAAR IK WEET ER NIETS MEER VAN. VROUWTJE HEEFT MIJN BEDJE LEKKER SCHOON GEMAAKT EN DE WAS WEG GESTREKEN EN ZO  DE TIJD VOORBIJ LATEN GAAN MET BEZIG TE BLIJVEN. MAAR DE DOKTER ZOU HAAR BELLEN ALS IK GING WAKKER WORDEN. VROUWTJE IS TOEN SNEL GEKOMEN EN TOEN IK GEWAAR WERD DAT ZE ER WAS, WERD IK WEER RUSTIG. DAT WAS GOED, VOND DE

DOKTERSVROUW. ZE WILDE EEN STOEL HALEN, MAAR NEE, VROUWTJE KWAM NAAST ME ZITTEN. DE DOKTER WAS NIET GERUST OP WAT HIJ WEGGEHAALD HAD EN HIJ MAAKT ZICH BEST ZORGEN OM MIJ, EN DUS IS VROUWTJE OOK NIET IN EEN HOERA STEMMING. HET VIEL ALLEMAAL EEN BEETJE TEGEN, EN HET BLOED WILDE NIET STELPEN, DUS HEEFT DE DOKTER MIJN ADERS DICHTGENAAID, ZO GOED EN KWAAD ALS HET GING. IK MAG VOORLOPIG NIET WERKEN, MAAR DAT IS DAN MAAR ZO, VINDT VROUWTJE. DE DOKTER ZEI DAT ALS ER BOT IN HET STUKJE ZIT, ER EEN STUKJE KAAK UIT MOET. DAAR SCHROK VROUWTJE WEL VAN. HET ZAL EEN LANG TRAJECT WORDEN ZEI DE DOKTER, DAT VIEL VROUWTJE BAR TEGEN. WE MOETEN ER DOOR, IK BEN HAAR KANJER EN ZE KAN NIET ZONDER MIJ. WE BLIJVEN WEL MOED HOUDEN NATUURLIJK. EERST DE UITSLAG MAAR AFWACHTEN, MAAR DE DOKTER WAS NIET OPTIMISTISCH. HIJ MAAKT ZICH ZORGEN OM MIJ. EN OOK KON IK NIET GOED OP MIJN POOTJES STAAN, DUS IK KREEG NOG IETS WAARDOOR DE ROZE OLIFANTEN VAN M'N RUG AF GINGEN. VROUWTJE KREEG PIJNSTILLERS MEE EN OOK NOG ANTIBIOTICA VOOR MIJ. DAAR KAN IK VANAVOND AL MEE BEGINNEN. 8 UUR MAG IK WEER ETEN EN DAN ZAL MIJN BUIKJE NIET MEER ZO ROMMELEN. IK BEN NU EEN ZIELIG HOOPJE HOND EN VROUWTJE MAAKT ZICH ZORGEN, OMDAT DE DIERENARTS DAT DOET. MAAR MISSCHIEN DAT HET MET EEN SISSER AFLOOPT, LATEN WE HET HOPEN...