VANDAAG ZIJN WE NAAR HAARLEM GEWEEST, NAAR FRED, WANT VROUWTJES SCHOONDOCHTER WAS JARIG. FRED HAALT ME ALTIJD EVEN AAN,DAT VIND IK FIJN. WE WAREN MET JUDITH HAAR AUTO, WANT HANS WAS ZIEK EN GINGEN WE MET JUDITH HAAR AUTO, FIJN, DAN HOEFDE WE NIET MET DE TREIN. IK KAN LEKKER LIGGEN OP DE ACHTERBANK EN VROUWTJE HAD WAT LEKKERS MEEGENOMEN VOOR ME. ONDERWEG KWAMEN WE LANGS DE LANDINGSBAAN VAN SCHIPHOL, GROTE VLIEGTUIGEN, MAAR WIJ ZULLEN NOOIT MET EEN VLIEGTUIG GAAN, WANT DAN MOET IK IN DE BAGAGERUIMTE. "GEEN SPRÁKE VAN!" ZEGT VROUWTJE, "DAN MAAR NIET MET HET VLIEGTUIG, MAAR KRIS GAAT
NIET TUSSEN DE KOFFERS!"
JOËL WIL ALTIJD BROKJES VERSTOPPEN VOOR ME. IK BLEEF DICHT BIJ VROUWTJE EN JOËL GING MEE TOEN JUDITH EN VROUWTJE MIJ GINGEN UITLATEN. ER STOND EEN GURE WIND EN NU HEB IK RODE OORTJES. VROUWTJE HEEFT ZALF OP MIJN BUIKJE GEDAAN, ALS HET DINSDAG NÓG ZO IS, DAN GAAN WE NAAR DE DIERENARTS, WANT DIT BEVALT VROUWTJE NIET. IK BEN NU ERG MOE, WANT IK HEB GEEN MIDDAGSLAAPJE GEHAD. NET MOEST IK NOG EEN NACHTPLASJE DOEN, DAT WAS NIET FIJN IN DAT GURE WEER, MAAR JA, NU LIG IK WEER LEKKER IN MIJN WARME BEDJE..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten