VEEL BUITEN

 WE ZIJN VEEL BUITEN GEWEEST ZOLANG HET NOG KON. WE HEBBEN 2X EEN LANGE WANDELING GEMAAKT EN NU BEN IK ERG MOE HOOR. VANMORGEN EERST NAAR ZWEMMEN, DAT IS ALTIJD LEUK, DE MENSEN ZIEN ME GRAAG KOMEN. HIER HEB IK MIJN FLESJE WATER LEEG EN HET BRAMENBAKJE ZIT HELEMAAL VOL. ALS VROUWTJE BRAMEN PLUKT, DAN ZIT IK NETJES BIJ HET TASJE, M'N WATER MOCHT EENS GEPIKT WORDEN...EN ZO KAN IK OOK EVEN

UITRUSTEN. IK WERK NATUURLIJK VEEL. WE ZIJN NAAR HET "KRISPAD"EN "SJOKKIEPARK" GEWEEST EN DAN KOMEN WE LANGS DEZE GROTE SNEEUWBALLEN, MAAR HET WAS ERG WARM, DUS DIT ZIJN BLOEMEN.
MAAR HET DOET ONS WEL DENKEN AAN DE SNEEUW, HELEMAAL LEUK, BETER DAN DE REGEN. WE ZIJN ZOLANG HET DROOG WAS, VEEL BUITEN GEWEEST, NA DEZE WANDELING ZIJN WE BRAMEN WEZEN PLUKKEN EN TOEN ZAGEN WE OOK DEZE LUCHT, MAAR WE NAMEN HET "FLAPPENBOS" OOK MAAR EVEN MEE.

DAAR ZIJN BANKJES WAAR IK DAN WATER KRIJG EN GROTE BOMEN WAAR WE KUNNEN SCHUILEN IN GEVAL VAN REGENBUIEN. VANMIDDAG ZIJN WE DE ANDERE KANT OP GEGAAN EN VIA DE DIERENARTS TERUG, WANT DAAR STAAT EEN GROTE BAK WATER. EERST OP DE WEEGSCHAAL, IK BEN VAN DE DRIE ONS DAT IK KWIJT BEN, EEN ONS AANGEKOMEN. MISSCHIEN DAT HET PUNTJE VAN DE STAART OOK EEN ONSJE WEEGT, DUS WAS HET OKÉ. TOEN IK MOCHT DRINKEN, DEED IK DAT LIEVER MAAR NIET EN HIJGEND BRACHT IK VROUWTJE THUIS. DAAR STOND MIJN EIGEN BAK EN DÁT WATER WILDE IK MAAR AL TE GRAAG VAN DRINKEN. TOEN HAD IK HET WEL GEHAD,  EN IK KON DE MOED NIET MEER OPBRENGEN OM MEE NAAR DE VISBOER TE GAAN. IK WAS ERRUG MOE EN ALLEEN VOOR M'N ETEN KWAM IK MIJN BEDJE AF. EN MAAR HOPEN DAT HET NOG EVEN DROOG BLIJFT TOT IK MIJN NACHTPLASJE HEB GEDAAN.