LIEVE MENSEN, WAT EEN MIST VANDAAG, MAAR GOED, VROUWTJE KAN IK ALTIJD WEL LEIDEN. VANMORGEN NAAR HET ZWEMBAD GEWEEST, WAAR IK DAN OP DE TAS PAST WAAR M'N BROKJES INZITTEN. DE CASSIÈRES VINDEN ME ZO LIEF, DIE VINDEN HET FIJN DAT IK KOM. HET WAS AL GLAD OP STRAAT EN WE ZAGEN EEN VROUW ZO UITGLIJDEN, EN GELUKKIG WAREN WE ER, ZODAT WE HAAR KONDEN HELPEN EN DE FIETS VAN HAAR AFHALEN. GELUKKIG KWAMEN ER SNEL ANDERE MENSEN BIJ. DUS DAT KWAM GOED. VANMIDDAG ZIJN WE NAAR HET FLAPPENBOS GEWEEST, DAAR HEBBEN WE OOK HET PAD GELOPEN WAAR WE ANDERS NIET KOMEN, DAT VINDT VROUWTJE EEN BEETJE ENG, MAAR OMDAT HANS ERBIJ WAS, HEBBEN WE HET GEDAAN. DE EENDJES KWEKTEN ER VROLIJK OP LOS. WE VONDEN ZELFS NOG EEN STUIVER, DIE GAAT IN DE POT VOOR "KAUWGOM" VOOR MIJ. HET WAS EEN FIJNE MIDDAG EN ONDANKS DE MIST HEB IK GENOTEN. MEDE OMDAT DE HERRIESCHOPPER ER NIET WAS, DAT IS EEN HOND LANGS DE MOESPOT ACHTER DE SCHUTTING (ZIE SCHUTTING). DAAR MOETEN WE LANGS OM BIJ HET FLAPPENPAD TE KOMEN. JULLIE ZIEN ONS AAN HET BEGIN, LANGS DE VIJVER AAN HET BEGIN VAN DE MOESPOT EN DAN AAN DE OVERKANT. IN HET BOS KRIJG IK VRIJ, MAAR ALS VROUWTJE ROEPT "MELDEN!", DAN KOM IK NATUURLIJK WEL. EEN KLEINE KEFFER-TACKEL MAAKTE EEN HOOP KABAAL, DIE ZIJN WE GEWOON LANGSGELOPEN, IK NAAST VROUWTJE. MET DIE KEFFERS GA IK GEEN TIKKERTJE DOEN HOOR. RENNEN DOE IK DAN ZONDER TIKKERTJE TE DOEN.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten