MOOI WEER

HA LIEVE VRIENDJES, HET WAS MOOI WEER VANDAAG, DUS WE HEBBEN HET ER GOED VAN GENOMEN. EERST VANMORGEN NAAR HET ZWEMBAD, WAAR EEN VROUW AAN VROUWTJE BEKENDE DAT ZE NIET VAN ME AF KON BLIJVEN. STIEKEM KOMT ZE ME ALTIJD EVEN AAIEN EN DAN ZEGT DE CASSIÈRE DAT DAT NIET MAG, MAAR DAN ZEGT DIE VROUW:" MEVROUW IS TÓCH AAN HET ZWEMMEN EN ZIET ME NIET, DUS KAN IK EVEN KROELEN". ZELF HEEFT ZE OOK EEN SOORTGENOOT VAN ME EN ZE HOUDT VEEL VAN HONDEN ZOALS IK. ZE VINDT ME EEN KNAPPERD EN IS VERLIEFD, MAAR JA...DAAR GENIET IK WEL VAN, MAAR GA TÓCH LIEVER MET VROUWTJE MEE HOOR. VROUWTJE GAAT MET HILLEKE SOMS KOFFIEDRINKEN NA HET ZWEMMEN EN KRIJG IK EEN PANNETJE WATER. IK SLOBBERDE ALLES OP, WANT IK HAD ÈCHT DORST HOOR, OMDAT IK EEN KAUWMATJE HAD GEHAD EN HEB ER LEKKER VAN GESMULD. VANMIDDAG HEBBEN WE BIJNA TWEE UUR BUITEN GEWANDELD, VAN HET FLAPPENBOS, NAAR HET ZIEKENHUIS, DOOR NAAR DE GROTE BOOGERD EN OVER DE LINGEWEG WEER RICHTING HUIS EN DOOR HET WINKELCENTRUM WEER TERUG. IN HET FLAPPENBOS EN GROTE BOOGERD EN OP EEN STUKJE LINGEWEG, MOCHT IK LOS OM PLASJES TE DOEN EN DAAR OOK TE SNUFFEN. MAAR HET LIEFST GING IK TOCH IN TUIG. ZOWEL VROUWTJE ALS IK GENIETEN VAN HET SAMENZIJN. HET WAS MOOI WEER, ZONNETJE SCHEEN EN HET WAS NOG LEKKER LICHT. AL SNEL NA THUISKOMST WERD HET SCHEMERIG EN DONKER, MAAR DAT HEB IK NIET GEMERKT, WANT IK VIEL GELIJK IN SLAAP. HELAAS HEB IK WEL EEN BEETJE LAST VAN M'N OORTJES, MAAR MISSCHIEN IS DAT MORGEN WEER BETER. OOK KREEG IK NOG EEN KAARTJE, MAAR DAT ZAL VROUWTJE MORGEN OP DE FOTO ZETTEN MET AL DE ANDERE KAARTJES DIE IK GEKREGEN HEB. NU IS VROUWTJE ERG MOE EN GAAT LEKKER BANKHANGEN, INTUSSEN GA IK DAN OP MIJN BOT KLUIVEN. ALLEMAAL LEKKER SLAPEN EN NAGENIETEN VAN DE MOOIE ZONNIGE LICHTE DAG.