WEER GEWOON

HET FEEST IS VOORBJ EN DAN GAAN WE WEER GEWOON DOEN. MIJN KADOOTJES ZIJN OPGERUIMD EN MIJN KAARTJES ZIJN IN MIJN BOEK, NADAT ZE TOT VANMIDDAG OP DE KAST HEBBEN GESTAAN. VROUWTJE DOET HIER DE AANMELDING OP DE POST VOOR WUPPERTAL EN IK BRENG HAAR NAAR DE POST. DAARNA GAAN WE NAAR DE LINGEWEG. VANMORGEN ZIJN WE DE ANDERE GROTE RONDE GEGAAN. HET IS ZULK HEERLIJK WEER EN DAN ZIJN WE VEEL BUITEN. IN DE TUIN LUIEREN KAN

NOG NIET, WANT WE HEBBEN NU VEEL SCHADUW EN DE PLAATS IS NU TE KOUD VOOR MIJN BUIKJE. MEESTAL LOPEN WE NA DE POST NAAR DE LINGEWEG, OP WEG NAAR HET KRISPARKJE. DAAR HEB JE OOK EEN POEPPLEK, MAAR OP DE LINGEWEG IS ER ALTIJD VEEL TE RUIKEN. MEESTAL IS HIER NOG WEL EEN DROLLESNACK TE VINDEN, MAAR OMDAT IK NAAST VROUWTJE LOOP, IS ER WEINIG KANS VOOR ME ER ÉÉN TE HAPPEN. OMDAT WE AL VEEL GELOPEN HADDEN, ZIJN WE TUSSENDOOR NAAR HET PARKJE GEGAAN. IK WEET DE WEG

LANGS DE KIPPEN EN GEITJES. IK HEB DAAR EEN BROKJE VERDIEND, WANT IK BLEEF OP MIJN WERK LETTEN, TERWIJL HET GEITJE ME RIEP EN TEGEN HET HEK AANBOTSTE. HIER, OVER HET BRUGJE, MAG IK WEER AAN DE LIJN EN SNUFFEN. DAT VIND IK ALTIJD WEL FIJN. MAAR IK WAS AL SNEL KLAAR, OMDAT IK LIEVER WERK DAN VRIJ ZIJN. SOMS VIND IK DAT WEL FIJN HOOR, ALS ER ANDERE HONDEN ZIJN, MAAR VANDAAG WAS IK WEER ERG AANHANKELIJK EN DAN LOOP IK HET LIEFST NAAST VROUWTJE. WE HEBBEN DE SCHADE INGEHAALD!

VAN HET PARK DOOR HET WINKELCENTRUM EN OMDAT DE KAASBOER ER GISTEREN WAS, BEN IK OVER DIE PLAATS GEGAAN, DE KAAS IS ER NOG TE RUIKEN, MAAR ER LIGT NIKS VOOR MIJ. JAMMER HE. IK VOEL ME NOG EEN BEETJE JARIG, DAT WIL ZEGGEN: IK WIL VERWEND BLIJVEN WORDEN, MAAR DAAR IS GEEN SPRAKE VAN. DINSDAG IS VROUWTJE JARIG EN KRIJG IK OOK WAT EXTRA'S, MAAR NU IS HET WEER GEWOON.  WE WAREN WEER OP TIJD THUIS VOOR DE BUI, GELUKKIG MAAR. HET WAS WEER EEN HEERLIJKE DAG EN MORGEN MOETEN WE WEER VROEG NAAR BUITEN, OMDAT DAN VROUWTJE WEER NAAR HET ZWEMBAD GAAT. LEUK, WANT IEDEREEN VINDT HET LEUK OM MIJ TE ZIEN. EN IK VIND HET OOK LEUK WEER AANDACHT VAN DE MENSEN TE KRIJGEN OP HET ZWEMBAD.